Chronische veneuze insufficiëntie (CVI) betekent dat de kleppen in iemands aders niet goed genoeg werken om het bloed terug naar het hart te transporteren. De aandoening komt vrij vaak voor, maar kan leiden tot gezondheidsproblemen als ze ernstiger wordt. Bij patiënten met CVI zien we vaak zwellingen en pijn in de benen en voeten, en huidverkleuringen. Wanneer chronische veneuze insufficiëntie optreedt, is er een probleem met de kleppen (het bloed stroomt dus terug naar de ledematen). Dit betekent dat het bloed zich begint te verzamelen in de aders (pooling), meestal in de benen en voeten.
Toonaangevende flebologen ontwikkelden de C.E.A.P.-classificatie om de diagnose te standaardiseren en de symptomen van veneuze insufficiëntie te beoordelen. Deze classificatie omvat zes stadia (C0-C6), die de toenemende ernst van chronische veneuze ziekte in kaart brengen. Chronische veneuze ziekte verwijst naar de vroege stadia (C0-C3), terwijl chronische veneuze insufficiëntie specifiek duidt op de latere en ernstigere stadia (C3-C6).
C0: geen zichtbare of voelbare tekenen van een veneuze ziekte
C1: telangiectasieën of reticulaire spataders
C2: spataders
C3: oedeem
C4a: pigmentatie of eczeem
C4b: lipodermatosclerose of 'atrophie blanche'
C5: genezen open been (ulcus cruris)
C6: actieve ulcus cruris S: symptomatisch, waaronder steken, pijn, een trekkend gevoel, huidirritatie, een zwaar gevoel en spierkrampen, en andere klachten die toe te schrijven zijn aan veneuze disfunctie A: asymptomatisch.
Omdat het om een aandoening gaat die evolueert, veranderen de symptomen ook als de toestand slechter wordt. Vroege symptomen van chronische veneuze ziekte – zoals een zwaar gevoel in de benen, doffe of kloppende pijn – leveren sommige patiënten heel wat last op. Maar als de ziekte verder evolueert tot spataders, oedeem, en vervolgens symptomen van chronische veneuze insufficiëntie, tast ze de levenskwaliteit van patiënten aanzienlijk aan. Vooral in stadium C6, waar actieve vormen van ulcus cruris (open been) voorkomen, kunnen patiënten pijn en moeilijkheden met mobiliteit ervaren. Die symptomen kunnen dan weer andere levensgebieden van de patiënt beïnvloeden.
We merken op dat de oorzaken van CVI voor iedereen anders kunnen zijn, maar de volgende factoren worden door artsen beschouwd als de meest typische risicofactoren:
De juiste behandeling van chronische veneuze insufficiëntie is voor iedereen anders, omdat deze vaak afhangt van de leeftijd, het geslacht en de huidige gezondheidstoestand van de patiënt. Medicijnen worden soms voorgeschreven om te helpen bij de behandeling van chronische veneuze ziekte, maar compressietherapie is vaak cruciaal bij het behandelen van de verschillende stadia van chronische veneuze insufficiëntie. Dankzij het dragen van compressiekousen wordt er druk uitgeoefend op het been en de voet. Dat helpt om de zwelling te verminderen en de veneuze symptomen bij patiënten met oppervlakkige veneuze insufficiëntie te verlichten. Veel producten van JOBST kunt u dagelijks dragen en zijn verkrijgbaar in verschillende compressieklasses (afhankelijk van het ernststadium van de CVI).
Naast de compressietherapie is het belangrijk om regelmatig te bewegen en uw benen boven het hartniveau te leggen, bijvoorbeeld door plat te gaan liggen en uw voeten op kussens te laten rusten. Dit helpt bij de behandeling van chronische veneuze insufficiëntie omdat zo het bloed van de benen naar het hart stroomt. Exfoliëren en hydrateren helpt ook om uitdroging en afschilfering van de huid op de benen te voorkomen.
Na een gedetailleerde diagnose van chronische veneuze insufficiëntie kan een professional chirurgische en niet-chirurgische ingrepen uitvoeren. Het dragen van medische compressiekousen is een veelvoorkomende niet-chirurgische ingreep.
